


In de stalles beneden van die poezelige velours stoeltjes, los geconfigureerd. Op mijn (vaste) stoel op de tweede rij balkon kon ik alleen schrijlings zitten, geheel vastgeklemd. Gelukkig kon ik er een Amazonezit van maken omdat het gangpad was. Ik schat ca. 50 cm beenruimte, nog minder dan bij een Ryannair vlucht, waar het ticket zelfs goedkoper is. Het zaaltje zal wel niet meer na 1910 aangepast zijn. Mijn kaartje waardig (5 glazen champagne) heb ik toch maar gevraagd gedeplaceerd te worden, geen probleem.
François Chaplin kwam pas op dreef aan het slot, bij zijn 6 (zes!) toegiften, we hadden ons als publiek ook blauw (rood) geklapt. Zijn toegiften waren krachtiger/helderder dan de études en andere werken van Chopin en Debussy die hij eerder speelde. Een grappig omschakelen tussen beide componisten, waar een eeuw tussen zit, althans voor het concipiëren van de études. De zevende etude van Chopin/opus 25 ('Étude n° 7 en ut dièse min. op. 25') is een favoriet van me. Wat somber en technisch makkelijk, maar dan blijkt er in de zaal natuurlijk veel meer kleur en diepte van te maken. Terug naar de studeerkamer dus.




